Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

berggeit

betekenis & definitie

Renner die goed kan klimmen, die zich thuis voelt in de bergen. Ook wel: klimgeit. In de jaren tachtig van de vorige eeuw lieten vooral de Colombiaanse renners erg van zich spreken. Zij bleken de heersers in de bergetappes. De eerste Colombiaan die een rit in de Tour won, was Lucho Herrera in 1984. Vgl. Frans: cótier; grimpeur ailé; marchand de cols raides.

Of kunnen de okerbruine Colombiaanse berggeiten de situatie nog redden? (NRC Handelsblad, 12/07/1985)

De grootste verrassing was misschien wel Chris Boardman, de specialist van het rittenwerk tegen de klok. Zelfs in de zwaarste beklimmingen kon de Engelse oud-houder van het werelduurrecord bij de berggeiten aanklampen. (Algemeen Dagblad, 12/06/1995)