Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

amfetamine

betekenis & definitie

Dopingmiddel in pilvorm dat vermoeidheid en honger onderdrukt. Hierdoor denkt de renner dat hij betere prestaties kan leveren. De oorlogsvliegers konden destijds dankzij deze pillen uren achtereen wakker blijven. Omdat men er ‘high’ van wordt, treedt vrij snel verslaving op. Vanaf de jaren vijftig van vorige eeuw deden de amfetamines hun intrede in de sport. In 1956 werd in de psychiatrische kliniek van Montelle een renner gebracht die verkeerde in een staat van totale zinsverbijstering na het gebruik van amfetamines. In de Ronde van Oostenrijk uit datzelfde jaar werden verschillende amfetaminetabletten gevonden in de drinkbussen van sommige renners. Aanvankelijk werden ze in alle apotheken vrij verkocht. Slangtermen zijn: speed, amf en prep. Nauw verwant aan het hormoon adrenaline, dat in onze bijnieren wordt gemaakt.

De amfetaminen oefenen een prikkeling uit op het centraal zenuwstelsel. Personen onder invloed van het produkt voelen zich opgewekt en verlangen ernaar flinke prestaties te verwezenlijken: zij overschatten hun mogelijkheden, minimaliseren de te leveren inspanning, hebben behoefte op een luidruchtige manier met hun omgeving te praten, het vermoeidheidsgevoel vermindert of verdwijnt. (Stan Lauryssens: De Flandriens. 1973)

Rivière had de naam een flinke pakker te zijn en volgens de geschiedenis ging hij goed geladen van start. Hij liet zich erop voorstaan de beste middelen te hebben, lachte om de eenvoudige amfetaminetjes die in het peloton rondgingen en nam wat hij voor zichzelf goed achtte. (Mart Smeets: Rugnummers en ingevette benen. 1990)