Eretitel. In de uitdrukking ‘zijn adelbrieven afgeven’: zijn kwaliteiten tonen.
De adelbrieven die Günter Haritz kon voorleggen, toen hij in 1974 prof werd, mochten er zijn: tweevoudig wereldkampioen achtervolging, Olympisch kampioen ploegenachtervolging en drie keer Duits kampioen. (Roger De Maertelaere: Zesdaagsen. 1991)
Wie kan een adelbrief voorleggen waarin staat: Giro tweede, Tour de France derde... en, o ja, Milaan-San Remo eerste? (Mart Smeets: Kopmannen en waterdragers. 1992)