Groot wielerwoordenboek

Marc de Coster (2009)

Gepubliceerd op 25-05-2017

achterhoede

betekenis & definitie

Laatste groep renners die achteraan zit. ‘In de achterhoede’: achteraan (in het peloton).

In de achterhoede werd er nog wel een achtervolging georganiseerd door Bert Pronk, Jacob Langen, Albert Scheffer en Henri Buckx, maar er was niets in te brengen tegen de goed samenwerkende koplopers. (Wim Amels: Klassiekerkoning Jan Raas. 1984)

In de finale moet een kopman het alleen aankunnen, helpers moeten in de achterhoede afstoppen. (Het Parool, 20/04/1993)