Groot Retorisch Woordenboek

Paul Claes, Eric Hulsens (2015)

Gepubliceerd op 24-02-2017

anticipatie

betekenis & definitie

[1] l anticipatio, occupatio, g prolepsis, (ant)hypofora, d Vorwegnahme. Figuur bij de argumentatie, het vooruitlopen op mogelijke tegenwerpingen of vragen door die zelf al te formuleren en te weerleggen, te ontzenuwen of te beantwoorden (het gras voor de voeten wegmaaien).

Formule:
‘U zult misschien zeggen/denken/opwerpen…’

Voorbeeld:
‘Stellen wij door het geloof de wet buiten werking? Integendeel, wij bevestigen de wet juist’ (Rom. 3:31)

[2] F anticipation, N, E flashforward, prolepsis; ant. flashback, analepsis
Narratieve figuur, vooruitblik in een verhalende tekst om de spanning op te voeren.

Soorten:
1) verwijzingen naar de toekomst door de verteller
2) dromen, voorgevoelens, waarschuwingen en toekomstvoorspellingen van personages

[3] G prolepsis; syn. aanloop(je), vooropplaatsing, topicalisatie
Syntactische figuur, soort dislocatie↗, isolerende vooropplaatsing van een zinsdeel om meer nadruk te leggen.

Voorbeelden:
‘Die bestseller, heb je die al gelezen?’; ‘Een leugenaar, dat ben je’; ‘Geld, dat is het enige wat hem interesseert’
[4] Fonische figuur, het vervroegd uitspreken van een klank, bv. indentificatie i.p.v. identificatie.
[5] Soort transmissie- of kopiistenfout, het vervroegd schrijven van een taalelement (letter, lettergreep, woord, vers…) bij het overschrijven.