Groot Retorisch Woordenboek

Paul Claes, Eric Hulsens (2015)

Gepubliceerd op 24-02-2017

achtervoeging

betekenis & definitie

G paragoge, epithesis (N epithese); syn. eindverlenging. Fonische figuur, toevoeging van een of meer klanken aan het eind van een woord.

Soorten:
1) taalhistorisch, bv. fazant (< f faisan), burcht (< burg), iemand (< ieman), vergift (< vergif)
2) gewestelijk, bv. morgend (< morgen)
3) spreektalig, bv. zei-t-ie; meende-n-ie
4) pejoratief, bv. sprekerd (Toon Hermans; vgl. slijmerd)
5) metrisch, bv. g nu efelkustikon (eufonische of metrische eind-n als hiaatdelging↗), bv. eikosi(n) ‘twintig’; n ‘Romen’ = Rome (P. van Langendonck, ‘Hannibal’); f avecque (< avec), jusques (< jusque); i virtute (< virtù, ‘deugd’)