Groot Retorisch Woordenboek

Paul Claes, Eric Hulsens (2015)

Gepubliceerd op 24-02-2017

aanroeping

betekenis & definitie

L invocatio (N invocatie). Pragmatische figuur, smeekbede tot een godheid als helper, redder, getuige of inspirator. Bij het begin van een epos wordt vaak de muze aangeroepen.

Voorbeelden:
G) ‘Zing me, godin, de wrok van de zoon van Peleus’ (Homerus, Ilias, 1.1)
L) ‘Musa, mihi causas memora’ (Muze, vertel me het waarom; Vergilius, Aeneïs, 1.8)
E) ‘Sing Heav’nly Muse’ (Zing Hemelse Muze; Milton, Paradise Lost, 1.6)
D) ‘Freude, schöner Götterfunken,/Tochter aus Elysium’ (Vreugde, schone godenvonk, dochter uit Elysium; F. Schiller, ‘An die Freude’)
N) ‘Wees hier aanwezig, allereerste geest,/Die over de wateren van aanvang zweeft’ (M. Nijhoff, Awater)

Formules:
L) ‘In nomine Domini’ (In de naam des Heren; beginformule van een oorkonde); ‘Favente Deo’ (Met de hulp van God) N)‘Zo helpe mij God!’, ‘Bescherm mij, Heer!’, ‘De Heer zij mijn getuige!’