Gepubliceerd op 26-09-2017

Votum

betekenis & definitie

Votum - Belofte aan de goden, waarin men een tegenprestatie in het vooruitzicht stelde, in ruil voor de vervulling van een vraag of wens tot de goden gericht.

Hierin kwam zeer goed tot uiting het praktische en zakelijke karakter van de Romeinse godsdienst. Het votum was in feite een contract tussen de mens en de godheid, waarin goed en duidelijk werd bepaald wat de mens van de godheid verwachtte en wat hij als tegenprestatie beloofde, indien zijn wens in vervulling zou gaan.

De handeling waardoor een votum tot stand kwam, noemde men voti nuncupatio. Er waren publieke en particuliere vota. Publieke vota hadden plaats in naam van de staat en voor het welzijn van de staat. Zij beloofden bijzondere offers, spelen of de bouw van een tempel, indien een gevaar voor de staat werd afgewend, een succes bereikt of voorspoed en welzijn werden verzekerd voor een bepaalde periode. Dergelijke beloften werden neergeschreven en het document werd aan de hoede van de pontifices toevertrouwd (zie Pontifex).

Particuliere vota werden afgelegd door een burger in analoge omstandigheden of met hetzelfde doel, daarbij ook nog voor de eigen gezondheid of die van vrouw en kinderen, geluk in het huisgezin, ook voor een zege in een wedstrijd enz. De persoon, die de verplichting van een votum op zich genomen had, was een voti reus; dit bleek uit een votiefopschrift dat de burger in een tempel had laten ophangen.