Gepubliceerd op 20-09-2017

Offerdieren in Griekenland

betekenis & definitie

Offerdieren in Griekenland - In de oudste tijden bestonden zowel bloedige als onbloedige offers. De godheid moest een deel terugkrijgen van hetgeen aan haar te danken was. Doch ofschoon de vruchten van akkers en tuinen, kransen van aren, druiven, koeken enz. geofferd werden, waren de bloedige offers van dieren veel belangrijker. Van de dieren, die geofferd werden, nam het rund de voornaamste plaats in, dan volgden het zwijn en het schaap. De gebruikelijke ceremonie bij het slachten was aangepast aan de godheid of de aard van het feest waarvoor het offerdier in aanmerking kwam. Van de offerdieren, geslacht en toegewijd ter verzoening of als boete aan de doden of de goden van de onderwereld of ook nog ter bekrachtiging van eden of geloften, mocht niet gegeten worden. Zij werden dan volledig verbrand. In het andere geval werd het offerdier, opgesmukt met strikken en kransen, in processie naar het altaar gebracht. De celebrerende priester of magistraat, gekleed in witte gewaden, alleen of met de nodige helpers, doodde het dier, waarvan het bloed in een schaal werd opgevangen en op het altaar als plengoffer werd gegoten. Daarna werd het oordeelkundig in stukken gesneden; de ledematen en ingewanden, in vet gewikkeld, werden in het vuur geworpen. Het eetbare vlees werd klein gesneden, aan het spit gebraden en gegeten, waarbij ook de nodige meelspijs niet ontbrak.

In de Griekse wereld schijnen het ritueel en de specialisatie in de offerdieren volgens de godheid of de aard van het feest niet zo ver doorgevoerd te zijn geweest als in de Romeinse. Natuurlijk konden bepaalde ceremonies of offerdieren aangepast worden aan de godheid, naargelang de aanleiding van het feest, de stam waartoe het volk behoorde, het karakter ervan en de eventuele ontwikkeling, die het reeds had doorgemaakt. Ook de omvang van het offer varieerde van het slachten van een lammetje of bokje tot een plechtig offer van een hekatombe (van twaalf of honderd dieren).

Arme lieden, die zich de aankoop van een dier met het oog op de offerande niet konden veroorloven, voldeden aan de bijzondere religieuze voorschriften door de offerdieren ‘af te kopen’. Dit hield in dat er namaakdieren van deeg gebakken werden die het eigenlijke offerdier voorstelden. Deze figuren werden dan op dezelfde wijze geofferd als het eigenlijke dier. De armen in Athene, ook in Boeotië, offerden aan Herakles in plaats van een rund een paar appels of augurken, waarin zij stokjes hadden gestoken om het dier na te bootsen.

Er kan daarbij nog aangestipt worden dat wild of vis het bloedige offer niet kon vervangen, omdat het offerdier levend naar het altaar gebracht moest worden.