(de; -s) 1 - met een koordje aan elkaar verbonden rubberen dopjes van verschillende hoogtes die op de afslagplaats op de harde of bevroren grond worden gezet om de bal op te leggen (omdat de gewone tees niet in de harde of bevroren grond zijn te krijgen).
→ teepeg, opzetter(tje)
2 - slechts voor enige tijd in gebruik zijnde afslagplaats, bv. tijdens de wintermaanden, als er werkzaamheden op, aan de tee plaatsvinden of om de tee te ontzien.
Herkomst: Eng.