(ov ww; lipte; h. gelipt) - de rand van de hole raken, waardoor de bal niet in de hole valt, maar van richting wordt veranderd en nog doorrolt.
• Een birdie- putt op zeventien lipte, en een poging op de laatste vooreen 63 en een evenaring van het baanrecord was een paar decimeter te kort. (www.golfsite.nl)
• In plaats van erin te rollen, lipte de bal de hole. Zeventig centimeter verder kwam hij aan de linkerkant van de hole tot stilstand. (CHOPR)
• De bal lipt de hole, draait vrijwel helemaal rond en rolt bijna weer naar je terug: een rondje van de zaak. (SPEEK)
Herkomst: Eng. lip of lip out