Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

Gepubliceerd op 25-07-2017

knickerbocker

betekenis & definitie

(de; -s) - vooral vroeger bij het golfen gedragen wijde herenpofbroek, waarvan de pijpen onder de knie met een riempje worden samengebonden.

• De eerstvolgende verandering kwam toen kleermakers de knickerbocker ontwierpen, de voorloper van de tegenwoordige plusfours, die als eerste door Harry Vardon werden gedragen. Deze knielange broeken waren al een beetje populair bij jagers en werden nu aangepast voor golfspelers. Knickerbocker plusfours werden ongeveer tien centimeter [= 4 inches] langer gemaakt dan de standaard sportbroeken om extra bewegingsruimte voor de swing te geven. (BADDI)

Herkomst: Eng., genoemd naar Diedrich Knickerbocker, het pseudoniem waar onder de schrijver-journalist Washington Irving (1783-1859) A History of New York from the Beginning of the World to the End of the Dutch Dynasty (1809) publiceerde, en waarin hij de draak stak met de vroegste Nederlandse kolonisten in Amerika, die in zijn boek werden afgebeeld met een kniebroek.

plusfour