Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

Gepubliceerd op 24-07-2017

foursome

betekenis & definitie

(de; -s) 1 (matchplay) - wedstrijd waarin twee spelers als partner spelen tegen twee andere spelers; de spelers in elke partij spelen met één bal, die om de beurt wordt geslagen; de spelers slaan om de beurt op de holes af, dus bv. A op de even en B op de oneven holes: gemengde foursome, de partners bestaan uit een man en een vrouw.

•Foursome is een wedstrijd die je niet met je echtgenoot moet spelen, daar komt geheid ruzie van. Er is een grap waar de man op een par 4 zijn bal mooi ver op de fairway slaat, waarna zijn vrouw de bal het bos in jast De man slaat hem met een mooie slag uit het bos, waarna de vrouw de bal in een bunker slaat. Vervolgens speelt de man de bal uit de bunker en slaat hem zowaar in de hole. Hij bromt tegen zijn vrouw dat het haar schuld is dat ze een bogey maken, waarop zij zegt: ‘Mijn schuld? Ik had maar twee slagen, en jij drie!’ (COLLJ)

2 (strokeplay) - wedstrijd waarin twee competitors als partner spelen tegen twee andere als partners spelende competitors; de spelers in elke partij spelen met één bal, die om de beurt wordt geslagen; de spelers slaan om de beurt op de holes af, dus bv. A op de even en B op de oneven holes.

→ Scotch foursome

Herkomst: Eng. (viertal, kwartet)

American foursome, Austraüan foursome, Chapman foursome