Golfsportwoordenboek

Jan Luitzen (2009)

Gepubliceerd op 14-07-2017

duckhook

betekenis & definitie

(de; -s) - (rechtshandige speler) slag waarbij de met zij spin geslagen bal rechts van het doel start en, onbedoeld, scherp en laag naar links afbuigt en naar beneden duikt; voor een linkshandige speler geldt het omgekeerde.

Herkomst: Eng. duck (duiken) + hook.

→ hook, quickhook, snaphook, snipe.