(de; -s) - golfstok, vroeger met een houten kop maar tegenwoordig met een grotere holle kop van metaal, om lange afstanden van de afslag te slaan, tot soms zelfs over de 300 meter; slagvlak met hellingshoek 6-12°, syn. houten 1, one-wood.
• De kop van de club is groter dan die van andere stokken en de steel is langer. Om te voorkomen dat de kop de grond raakt voordat de bal geraakt wordt, wordt de bal bij de afslag meestal op een tee'tje geplaatst (COLLJ)
Herkomst: Eng.
→ big dog