Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Tiel

betekenis & definitie

Ned. stad in de prov, Gelderland. Wordt 889 het eerst genoemd; nam toen de commerciële functie van Dorestad over en werd vooral van belang voor de verbinding tussen het Rijnland en Engeland.

Wanneer Tiel stadsrecht kreeg, is onbekend; ca. 1200 overvleugeld door Keulen. Ook de opkomst van Dordrecht in de 13e eeuw speelde een rol. In deze tijd stond Tiel. dat oorspronkelijk tot → Teisterbant behoorde, onder gezag van Brabant, maar 1334 wist → Reinoud II van Gelre de stad te bemachtigen, die hij behield in ruil voor Heusden. Leed in de 14e eeuw sterk onder de interne strijd in de Gelderse herttogendynastie. Een eigenlijke Hanzestad is Tiel niet geweest, wel stond het met de Hanze in verbinding. Bleef tijdens de Tachtigjarige Oorlog tot 1579 in Spaanse handen, toen hopman Diederik Vijgh haar onder Staatsgezag bracht. Bekend zijn de mislukte samenzweringen 1606 en ’21 onder leiding van Jac.Mom, ambtsman van Maas en Waal, om haar weer in Spaanse handen te brengen; 1787 geplunderd door Pruisische troepen; 1944-45 zwaar geteisterd door oorlogsgeweld.Litt. E.D.Rink. Beschrijving der stad Tiel (3 dln. 1836—47; herdr. 1971); H.Müter, Het ontstaan van de stad Tiel (in: BGN 1955); G.J.Peters. Tiel omstreeks 1900 (1957); M.J.van Lennep, De economische ontwikkeling van Tiel gedurende de latere Middeleeuwen en de 16e eeuw (in: Bijdr. Med. Gclre 1970): M.J.van Lennep, Schets der econ. ontw. van Tiel gedurende de 17e en 18e eeuw (in: Bijdr.

Med. Gelre 1976-77).