(Thomas van Kempen), eigenlijk: Thomas Hemerken (Lat.: malleolus). Ned. mysticus. *1379' 80 Kempen (bij Krefeld), ✝ 26.7.1471 Zwolle.
Opgevoed bij de → Broeders des Gemenen Levens te Deventer en beïnvloed door Florens → Radewijns en de → Moderne Devotie, werd hij 1399 augustijnerkanunnik op de Agnietenberg bij Zwolle; subprior aldaar. Het meest gelezen boek van de wereldlitteratuur, na de bijbel, nl. de Navolging van Christus (Lat.: De imitatione Christi; diverse uitg. en vert.) geldt als zijn werk. al wordt het auteurschap nog steeds omstreden. Wekt in dit werk op tot bescheiden persoonlijke vroomheid, plichtsvervulling en zelfverloochening. Uitg. Opera omnia, door L.M.J.Pohl (7 dln. 1902-22).Litt. A.Klöckner. Thomas a Kempis (1921): P.Debongnie. Les thèmes de l’Imitation (in: Revue d’Hist. 1940); P.Debongnie, Urschrift ou remaniement? l’Imitation de Lübeck (in: Revue d'Hist. Heel. 1949): S.G.Axters, de imitatione Christi (1971); A.Ampe. Imitationistica (in: Ons Geestelijk Erf 1971).