Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Schisma van Kamerijk

betekenis & definitie

schisma in het bisdom Kamerijk (1093-1106). ontstaan door de afscheiding van Atrecht als afzonderlijk bisdom uit het diocees Kamerijk. Paus Urbanus II wilde zo een stuk Frans gebied aan de keizerlijke invloed onttrekken, daarin gesteund door → Robert I de Fries van Vlaanderen.

Keizer Hendrik iv weigerde daarom de investituur aan de 1093 gekozen bisschop Manasse(s). die toestemming had gegeven voor de verdeling en verleende die aan bisschop Walcher (Galcherus), die optrad als kampioen voor de eenheid van Kamerijk en Atrecht. Het concilie van Clermont verklaarde 30.11.1095 Walcher als simonist afgezet, maar deze bleef 1095-97 meester in Kamerijk. Werd 1097 door Manasse verdreven, die meester in het bisdom bleef tot 1101; 1101—03 heerste opnieuw Walcher. die echter moest vluchten voor een volksopstand, maar eind 1103 na vertrek van Manasse naar Soissons. opnieuw in Kamerijk heerste. Kreeg 1105 een nieuwe tegenkandidaat. Odo. maar bleef meester in het bisdom. In de 2e helft van 1106 verliet Walcher Kamerijk. Odo werd bisschop (✝ 1113). waarmee het schisma eindigde.Litt. A.Gauchie. La querelle des investitures dans les diocèses de Liège et de Cambrai (2 dln.. 1890-91); W.Reinecke, Geschichte der Stadt Cambrai (1896).