Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

‘s-Hertogenbosch

betekenis & definitie

Ned. gemeente in de prov. Noord-Brabant.

Ontstond midden 12e eeuw en werd gesticht door de Brabantse hertogen als economisch steunpunt aan de grote rivieren; kreeg 1185 het Leuvense stadsrecht en 1196 van keizer Hendrik vi tolvrijheid op de Rijn; werd door zijn gunstige ligging een vrij grote handels- en industrieplaats, maar in de tweede helft van de 16e eeuw begon de achteruitgang (door de Engelse concurrentie) van de lakenen Iinnenindustrie. Dit en het morele verval van de Kerk veroorzaakte 1566 een beeldenstorm; ging 1579, voornamelijk door de Spaansgezinde burgerij, naar Parma over; 1629, na een beleg door Frederik Hendrik. ingenomen. Doordat 's-Hertogenbosch van 1579-1629 de Spaanse zijde had gehouden, werd de handel gestremd en verloor de stad haar politieke invloed, al bleef zij een rol spelen als hoofdstad van de Meierij. De politiek van de Staten-Generaal ten opzichte van de → Generaliteitslanden trof ook 's-Hertogenbosch. De stad dreef handel met Zuid-Nederland (voorhaven van Luik), die echter na de Vrede van Aken (1748). toen de Oostenrijkse Nederlanden een protectionistische politiek gingen voeren, een gevoelige klap kreeg. De Staatse discriminatie tegen de rooms-katholieken had tot gevolg dat de meeste burgers tot de patriotten gingen behoren.

In 1794 ingenomen door Franse troepen onder Pichegru; 1814 door Pruisische troepen van de Fransen bevrijd; werd bij de stichting van het koninkrijk der Nederlanden (1815) hoofdstad van de prov. Noord-Brabant. In de 19e eeuw nam de handel weer toe en bloeide ’s-Hertogenbosch weer op; kreeg 1853 weer een bisschop (1559 was ook een bisdom 's-Hertogenbosch ingesteld).Litt. Gedenkboek 's-Hertogenbosch 1185 — 1935 (1935: met Litt.); V.A.M.Beermann. Stad en Meierij van ’s-Hertogenbosch 1629—48 (1940); V.A.M.Beermann, Stad en Meierij van ’s-Hertogenbosch 1648-72 (1946);

N.H.L.v.d.Heuvel, Ambachtsgilden van 's-Hertogenbosch vóór 1629 (2 dln. 1946); H.van den Eerenbeemt, ‘s-Hertogenbosch in de Bat. en Fr.tijd (1955); L.P.L.Pirenne. ’s-Hertogenbosch tussen Atrecht en Utrecht (1959); C.J.Gudde, ’s-Hertogenbosch, Gesch. van vesting en forten (1974); P.I.Teiller. Het beleg van Den Bosch (in: SH. 1979, met Litt.)