Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Rooms-Katholieke Kerk

betekenis & definitie

Nederland

Tijdens de Middeleeuwen behoorden de verschillende bisdommen in de Noordelijke en Zuidelijke Nederlanden tot de buitenlandse aartsbisdommen Keulen. Reims en Trier. In 1559 kwam er een nieuwe kerkelijke indeling (door paus Paulus iv. 12.5.1559 bij de Bul Super universas goedgekeurd), waarbij drie zuiver Ned. aartsbisdommen werden opgericht: een Waals: Kamerijk, een Vlaams: Mechelen en een Gelders-Noord—Nederlands: Utrecht, verdeeld in 15 bisdommen: Atrecht, Doornik, Namen, St. Omer onder Kamerijk, Antwerpen, Gent. Brugge, leper, 's-Hertogenbosch. Roermond onder Mechelen.

Haarlem. Deventer, Leeuwarden, Groningen, Middelburg onder Utrecht.

De primaat van de Ned. Kerk werd de aartsbisschop van Mechelen (1560 Granvelle). Deze nieuwe organisatie had een drieledig doel: centralisatie (aansluitend bij de staatkundige centralisatie van Karel v en Filips n): betere bestrijding van de ketterij; nauwkeuriger toezicht op de geestelijkheid. Bovendien werden nu aan de kerkelijke titularissen wetenschappelijke eisen gesteld.

Hoe juist deze nieuwe regeling ook was, zij vergrootte de ontevredenheid (→ Tachtigjarige Oorlog). De opstand belette de uitvoering, en de zorg voor de rooms-katholieken kwam te berusten bij de → Hollandse Missie onder leiding van een apostolisch vicaris. De eerste was → Sasbout Vosmeer (1592—1614). Aan het einde van de Tachtigjarige Oorlog bleek het katholicisme zich beter gehandhaafd te hebben dan men verwacht had: in 1648 waarschijnlijk nog meer dan 40 % van de bevolking in de Noordelijke Nederlanden. Tijdens de Noordned. Republiek werd de rooms-katholieken als dissenters (tot 1795 was de Gereformeerde Kerk staatskerk) elke ambtelijke en politieke carrière onmogelijk gemaakt; zij genoten wel godsdienstvrijheid, maar geen vrijheid van godsdienstoefening.

Na 1727 werd er geen apostolisch vicaris meer benoemd, maar werd het bestuur uitgeoefend door de internuntius te Brussel met de titel ‘vice-superior der Hollandse Missie’. In 1795 bracht de Franse tijd gelijkstelling voor de rooms-katholieken. In 1853 werd als gevolg van de GW-1848 de kerkelijke hiërarchie hersteld, hetgeen aanleiding werd tot de → Aprilbeweging.

De Ned. Kerkprovincie bestaat thans uit het aartsbisdom Utrecht en de bisdommen Haarlem. 's-Hertogenbosch, Breda, Roermond en (sedert 1956) Rotterdam en Groningen. De R.K. Kerk heeft zich ondanks toenemende vrijzinnigheid en buitenkerkelijkheid weten te handhaven, mede door haar hechte organisatie.

LITT. W.P.Knuttel, De toestand der Ned. katholieken ten dage der Republiek (2 dln. 1892-94); R.Fruin. De wederopluiking van het katholicisme in N. Nederland omstreeks den aanvang der 17e eeuw (in: Tachtigjarige Oorlog, dl. 4. 1909); G.Brom en A.H.L.Hensen, Romeinse bronnen voor de Kerkelijke-Siaatkundige toestand der Nederlanden in de 16e eeuw; (1922) L.J.Rogier, Gesch. van het katholicisme in Nederland in de 16e en 17e eeuw (3 dln. 2e dr. 1947); L.J.Rogier en N.de Rooy, In vrijheid herboren 1853-1953 (1953: door Rogier 1956 omgewerkt tot Katholieke herleving); P.Polman, Romeinse bronnen van de kerkelijke toestand der Nederlanden onder de apostolische vicarissen 1592-1727 (4 dln. 1943-55); S.J.Dierickx, Documents inédits sur l’érection des nouveaux diocèses aux Pays-Bas 1521—70 (3 dln. 1960-62); C.N.Impeta. Kaart van kerkelijk Nederland (3e dr. 1972); J.M.G.Thurlings, De wankele zuil. Ned. katholieken tussen assimilatie en pluralisme (1971); M.G.Spiertz, L’église catholiquc des Provinces-Unies et le Saint-Siége pendant la deuxième moitié du xvme siècle (1975); J.Coleman.

Strategy coalition and conflict. The evolution of Dutch catholicism 1958-73 (1978); P.Luykx. De actie ‘voor God’ 1936-41 (1978); Aspecten van katholieke emancipatie in de 19e eeuw (Speciaal nr. SU. 1978 met Litt.): P.Brachin, De achterstelling van de katholieken in de Republiek en haar gevolgen (in: SII 1980, met Litt.).

België

Ca. 350 was Servatius bisschop van Tongeren en Superior bisschop van Kamerijk. In de Merovingische tijd ontstonden de bisdommen Doornik. Atrecht en Terwaan. De bisschoppelijke zetel van Tongeren werd vóór 535 verplaatst naar Maastricht en 717-18 naar Luik. Ca. 600 werd het bisdom Doornik verenigd met Noyon (tot 1146) en Atrecht met Kamerijk (tot 1094). Tussen 625-730 werden op het grondgebied van het huidige België 25 abdijen gesticht, die in de 10e-11e eeuw een belangrijke rol speelden in de hervormingsbewegingen van o.a.

Cluny. In de 16e eeuw vond het protestantisme een grote weerklank in de Zuidelijke Nederlanden. Met strenge wetten en met behulp van de inquisitie slaagde Karel v erin hier het lutheranisme en het anabaptisme grotendeels uit te roeien. In de tweede helft van de eeuw kreeg echter het calvinisme veel aanhangers (1585 was ca. 40 % van de Antwerpse bevolking calvinist). In 1559 richtte paus Paulus iv veertien bisdommen op in de Nederlanden. Zes ervan hadden hun zetel op het grondgebied van het huidige België. (→ Rooms-KathoIieke Kerk. Nederland.)

Na de herovering van de Zuidelijke Nederlanden door Alexander Farnese (1579—85) vormden de Belg. bisdommen de kernen van de katholieke herleving. Het verzet tegen de godsdienstpolitiek van keizer Jozef II (1765-90) was een van de oorzaken van de Brabantse Omwenteling. Het concordaat van 1801 liet enkel de bisdommen Doornik, Gent, Luik, Mechelen en Namen bestaan. In 1834 werden het bisdom Brugge en 1961 het bisdom Antwerpen heropgericht. Het bisdom Hasselt werd 1967 opgericht, zodat de Belg. kerkprovincie sedertdien uit acht bisdommen bestaat met Mechelen-Brussel als aartsbisdom.

Tijdens het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden (1815-30) lokte de schoolpolitiek van koning Willem I verzet uit van de katholieken en werd aldus een van de oorzaken van de Belg. Revolutie (1830). De GW van 1831 garandeerde de onafhankelijkheid van de kerk en de vrijheid van eredienst, onderwijs, pers en vereniging. Op die basis en met de hulp van talrijke religieuze orden en congregaties organiseerden de bisschoppen een dicht net van onderwijs-, liefdadigheids- en missioneringsinstellingen. Dit bracht de rooms-katholieken in conflict, eerst met de liberalen, later ook met de socialisten, die de 'onafhankelijkheid van het burgerlijk gezag’ opeisten, wat leidde tot de → schoolstrijd. De verzuiling van het openbaar leven werd geleidelijk doorbroken onder invloed van het → Schoolpact van 1958 en het Tweede Vaticaans Concilie.

Het grootste deel van de Belg. bevolking behoort tot de R.K. Kerk.

Litt. E.de Moreau, Histoire de l'Eglise en Belgique (6 dln. 1947—52); M.Dierickx, De oprichting der nieuwe bisdommen in de Nederlanden (1950); K.van Isacker, Herderlijke brieven over politiek (1969).