Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Otto II

betekenis & definitie

de Lamme. of met de Paardevoet, graaf van Gelre (1229-71), *ca. 1200, ✝ 10.1.1271; zoon van Gerard v en Margaretha van Brabant. Regeerde eerst onder voogdij van zijn grootvader Hendrik I van Brabant.

Huwde vóór 24.11.1240 met Margaretha (✝ 10.8.1251), dochter van graaf Dirk van Kleef en begin 1253 met Filippa (✝ ca. 1278). dochter van Simon van Dammartin, graaf van Ponthieu: versterkte de grafelijke macht door het geven van privilegiën aan de steden en door aankoop van o.a. Emmerik, Groenlo, Breevoort en Zevenaar. verwierf 1249 van Rooms-Koning Willem II Nijmegen en het Rijk van Nijmegen en wist 1263 het regentschap over het graafschap Holland te verkrijgen, gebruik makend van de minderjarigheid van Floris v. Dit gaf hem aanleiding tot een tocht naar Zeeland tegen Floris' tante Aleid. die de Zeeuwen als voogdes bleven erkennen. Hij versloeg haar op de Vernouts Ee bij Reimerswaal (1263). Intervenieerde 1267 met zijn broer Hendrik III, prins-bisschop-elect van Luik, ten gunste van de Keulse burgers in hun conflict met aartsbisschop Engelbrecht II. Nadat deze verslagen was. kregen de Gelderse graven van Keulen de titel ‘beschermer der stad'.Litt. H.Verbeek. Graf Otto II von Geldern (1910).