Ned. gemeente in de prov. Noord-Holland, aan de monding van de Vecht.
Oudtijds Amuden (Amuda, Amuthon) geheten; reeds in de 10e eeuw een belangrijke handelsplaats, waar de Utrechtse bisschop 953 van koning Otto I tolrecht kreeg. Muiden kreeg in hetzelfde jaar stadsrechten. Verzanding van de Kromme Rijn en de concurrentie van Amsterdam leidden in latere eeuwen tot de achteruitgang van Muiden, dat nochtans Hanzestad werd; kwam 1226 aan de Van → Amstels. De Hollandse graaf → Floris v bouwde er het → Muiderslot, waar hij 1296 gevangen werd gezet en in de buurt werd vermoord. 1317 werd Muiden definitief Hollands; werd 1577 Staats. De stad was een belangrijke schakel in de Hollandse waterlinie. De springstoffenfabriek ‘De Krijgsman' heeft door ontploffingen Muiden veel rampen bezorgd (1883, 1923, 1947, 1963, 1966 en 1972).Litt. L.Jansen, S.C.van Diest, Beknopte gesch. van Muiden (1953); W.G.M.Cerutti, Muiden en haar middeleeuwse kerk (1975).
