Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Maatschappij van Weldadigheid

betekenis & definitie

Ned. organisatie, opgericht 1818 door → Johannes van den Bosch onder bescherming van koning Willem I, om paupers en bedelaars door maatschappelijk-nuttige arbeid (o.a. heideontginning) tot zelfstandige landarbeiders op te kweken. Voor dit doel werden de vrije koloniën Frederiksoord.

Willemsoord en Wilhelminaoord en de bedelaarskoloniën Veenhuizen en Ommerschans gesticht. Belangrijke resultaten werden niet bereikt, daar het onmogelijk bleek stadspaupers tot landarbeiders op te voeden, te meer daar de steden de minst bruikbaren naar de koloniën afschoven. De Maatschappij kreeg met grote financiële moeilijkheden te kampen en moest tenslotte worden opgeheven; 1859 werden Ommerschans en Veenhuizen door de regering overgenomen om te dienen als rijkswerkinrichting.LITT. B.T.Kleine Slaarman. Wrakhout, mensen in nood (1960): J.D.Dorgelo. De koloniën van de Maatschappij van Weldadigheid (1964).