Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Hogerhuiszaak

betekenis & definitie

in de Ned. geschiedenis de juridische en politieke verwikkelingen rond de drie gebroeders Hogerhuis. aanhangers van → F. Domela Nieuwenhuis, die 1896. wegens inbraak met geweldpleging te Britsum, op twijfelachtige gronden tot langdurige gevangenisstraffen werden veroordeeld.

De zaak kan niet los gezien worden van de verschrikkelijke sociaal-economische toestanden in het toenmalige Friesland, die de misdaad bevorderden. Als voorbeeld werden zeer zware straffen van twaalf, elf en zes jaar opgelegd. Spoedig ontstond er echter bij velen twijfel aan de juistheid van het vonnis en kwam er een gratiebeweging op gang. → P.J. Troelstra rafelde de twijfelachtige gronden der veroordeling uiteen en er werd een revisie wet je aangenomen, dat het mogelijk maakte de Hogerhuiszaak opnieuw in juridische behandeling te nemen. De Hoge Raad handhaafde het vonnis, hoewel maar weinigen meer van hun schuld overtuigd waren. In 1901 kreeg Keimpe Hogerhuis gratie; in 1902 en 1905 werden resp.

Marten en Wiebren Hogerhuis vrijgelaten. De Hogerhuiszaak, wel genoemd de Ned. Dreyfus-affaire, is niet alleen een rechterlijke dwaling, maar vertoont ook trekken van klassejustitie. Bovendien dragen de toenmalige liberalen een deel van de schuld, daar zij in en buiten de Kamer de zaak doodzwegen.Litt. P.v.d.Molen. De Hogerhuis! ragedie (1954): U.D.Hannema, De Hogerhuiszaak (1964).