Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Geertruidenberg

betekenis & definitie

Ned. gemeente in de prov. Noord-Brabant.

Ontstond op een hoogte aan de mond van de Donge, waar in de 7e eeuw een kapel gesticht werd. Daaromheen groeide een nederzetting door de ligging aan een landweg die via Antwerpen naar Dordrecht voerde; genoemd naar Sinte Gertrudis. patrones van kerk en parochie. Oorspronkelijk Brabants, behoorde Geertruidenberg in de 12e eeuw tot een leen van de Hollandse graaf; kreeg 1213 stadsrechten van graaf Willem t. In de 14e eeuw behoorde de heerlijkheid tot de bezittingen van → Willem van Duvenvoorde; later aan de Polanens en de Nassau’s. Door de Sint-Elisabethsvloed van 1421, waarbij de Biesbosch ontstond, van het overige Holland gescheiden; verloor haar belangrijke veemarkt: werd echter door de visrijkdom van de Biesbosch een belangrijke marktplaats voor vis: had in de late Middeleeuwen lakenindustrie. Koos tijdens de Tachtigjarige Oorlog 1573 de zijde van Oranje, maar werd 1589 door de Engelse bezetting onder Wingfield aan de Spanjaarden uitgeleverd (‘Bergverkopers’).

Prins Maurits slaagde er 1593 in Geertruidenberg te heroveren. Zowel 1577 als in de Spaanse Successieoorlog (1710) vonden te Geertruidenberg vergeefse vredesonderhandelingen plaats. Liggende aan de grens van de → Generaliteitslanden deelde het in de economische achteruitgang van deze gebieden. Leed 1795 veel schade door een bombardement van de Franse troepen. Behoorde tot 1814 bij Holland, daarna bij NoordBrabant. Na de ontmanteling van de stad (1911) begon haar uitbreiding.Litt. Chronologisch overzicht van de gesch. van Geertruidenberg (1938): I.J.Brugmans. Geertruidenberg (Varia Brabantica n. 1966).