Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Duitse Bond

betekenis & definitie

bond van 39 Duitse staten (1815—66), ontstaan door toedoen van het Congres van Wenen (Bondsakte van 8.6.1815 en Weense Slotakte 1820). De Bond omvatte het gebied van het vm.

Heilige Roomse Rijk. Daarom waren ook de Engelse koning (die tevens koning van Hannover was), de Ned. koning (als hertog van Luxemburg en sinds 1839 Limburg) en de Deense koning (als hertog van Holstein en Lauenburg) lid. Verder bestond de Bond uit 35 monarchieën en 4 vrije steden (Bremen, Hamburg, Lübeck en Frankfort aan de Main). Oostenrijk domineerde de Bond en was voorzitter van de Bondsdag. Toen de Pruisische eerste minister O.von Bismarck naar een Duitse eenheid onder leiding van Pruisen en zonder Oostenrijk begon te streven, brak 1866 een oorlog uit met Oostenrijk (de Brüderkrieg), die met de nederlaag van Oostenrijk het einde van de Duitse Bond betekende. → Limburgse kwestie; → Luxemburg; → Luxemburgse kwestie.Litt. J.C.. Boogman, Nederland en de Duitse Bond 1815—51 (1955); Z.R.Dittrich, De opkomst van het moderne Duitsland (2 dln. 1956); H.Conrad, Der deutsche Staat (1969).