regeling voor de organisatie van de Gereformeerde Kerk in de Nederlanden, opgesteld tijdens de nazittingen van de → Dordtse Synode (1618-19). Gaat uit van het presbyteriaanse beginsel, dat geen persoon of lichaam in de kerk over een ander zal heersen.
De plaatselijke gemeenten zijn autonoom en worden geleid door de kerkeraad.Litt. J.Jansen, Korte verklaring van de kerkordening (1937); Th.Haitjema, Ned. herv. kerkrecht (1951).