Geschiedenis Lexicon

H.W.J. Volmuller (1981)

Gepubliceerd op 03-08-2020

Ban

betekenis & definitie

1). straf door wereldlijke of kerkelijke overheid opgelegd. De wereldlijke (Rijks-) ban betekende iemand buiten de gemeenschap plaatsen; hij genoot geen bescherming van de wetten; werd vogelvrij.

De kerkelijke ban betekende uitsluiting uit de kerkelijke gemeenschap, óf als excommunicatie (uitgesproken over één persoon) of als interdict (over een land of landstreek);2). Rechtsgebied. Oorspronkelijk was ban een Germaanse rechtsterm, inhoudende een gebod of verbod met strafbedreiging voor het niet-opvolgen ervan. In de Frankische tijd had de koning het banrecht, het recht van ver- en gebieden. Later berustte dit recht ook bij andere personen, die het dan aan de koning ontleenden. Vandaar ging ban (banne) ook betekenen het rechtsgebied waarover de rechtsban zich uitstrekte.