Germanismen in het Nederlands

Dr. S. Theissen (1978)

Gepubliceerd op 11-06-2020

-matig

betekenis & definitie

Veel adjectieven die uitgaan op -matig worden afgekeurd als germanismen, die ontstaan zouden zijn onder invloed van het Duitse achtervoegsel-mäßig.
Tegen bovenmatig, buitenmatig, evenmatig, gelijkmatig en middelmatig maakt echter niemand bezwaar, omdat het geen afleidingen op -matig zijn maar op -ig; dus niet bijv. middel + matig maar middelma(a)t + ig.
Wat regelmatig betreft, zijn de taalkundigen het niet eens of het gevormd is met regel-g matig of met regelma(a)t + ig. Wat er ook van zij, regelmatig wordt algemeen aanvaard, door de meesten zelfs met de betekenis van ‘geregeld’, wat trouwens door het gebruik gestaafd wordt.
Ook doelmatig, instinctmatig, kunstmatig, plichtmatig, (onrechtmatig, schetsmatig, schriftmatig, stelselmatig en wetmatig worden door iedereen als correct Nederlands beschouwd, al zijn dit heel duidelijk afleidingen op -matig.
Men mag zich dus afvragen waarom de vele andere adjectieven op -matig, bijv. beroep(s)matig, fabriek(s)matig, planmatig en toneelmatig door sommigen nog als germanismen afgekeurd worden. Laten we deze vier woorden afzonderlijk bekijken:

a.Beroep(s)matig
Beroep(s)matig wordt door Koenen uitdrukkelijk afgekeurd. Door de meeste andere woordenboeken wordt het zelfs niet vermeld. Nochtans treft men het soms aan in kranten of weekbladen:

‘Het aantal beroepmatige fouten is enorm hoog.’ (Elseviers
Magazine, 19.2.72, p. 19)
‘Alle Jongsocialisten, beroepsmatig of anders in de partij werkzaam...’ (De Nieuwe, 1.12.72, p. 8)

Uit deze voorbeelden blijkt dat men zowel de grafie met s als die zonder s aantreft, terwijl het Duits slechts die mét s (‘berufsmäßig’) kent.
Meestal wordt ter vervanging van beroep(s)matig ‘als beroep’ voorgesteld. In het eerste voorbeeld is dit echter niet mogclijk want daar betekent het germanisme ‘uit hoofde van iemands beroep’.

b.Fabriek(s)matig
Fabriek(s)matig (in de woordenboeken staat de grafie zonder s, in de kranten met s; het Duits kent slechts ‘fabrikmäßig’) zou volgens sommige puristen moeten worden vervangen door: ‘in de fabriek, in het groot, in serie, massa-, massaal, machinaal'.
In de kranten zal men het nog niet vaak tegenkomen maar het is veld aan ’t winnen:

‘Een van de oorzaken is dat het bouwbedrijf niet fabrieksmatig
kan werken.’ (Elseviers Magazine, 18.11.71, p. 140)

Misschien is er een psychologische reden om dit woord in de reclametaal te vermijden; het doet immers een beetje pejoratief aan: wie wil nog iets kopen dat fabriek(s)matig gemaakt is? 'Handgemaakt' is troef (zie voor dit germanisme op het trefwoord handgemaakt).
Ondanks het feit dat fabriek(s)matig ‘eigenlijk’ een germanisme is, wordt het nu door bijna al de woordenboeken als correct Nederlands beschouwd: slechts Van Dale keurt het sinds de jaren ’60 af.
Eigenaardig genoeg maakte hij er vroeger geen bezwaar tegen. In de jaren ’50 en ’60 beschouwde ook Koenen het als een germanisme; vanaf 1974 vermeldt hij het echter zonder verdere aantekening. De andere woordenboeken hebben fabrieksmatig steeds voor volwaardig Nederlands aangezien.

c.Planmatig
Planmatig zou volgens sommigen moeten worden vervangen door ‘volgens een vast plan’. In de volgende voorbeelden is het germanisme (D. ‘planmäßig’) echter makkelijker te hanteren dan een omschrijving:

‘...een planmatige en vooruitziende economische politiek.’ (De
Groene Amsterdammer, 13.11.72, p. 2)
'Hij speelt nu planmatig verder op ondermijning van de witte
Koningstelling.’ (De Nieuwe, 1.12.72, p. 30)

Dit germanisme heeft ook reeds een substantief ‘geproduceerd’, nl. planmatigheid. Planmatig komt reeds vaak voor maar het wordt nog niet algemeen aanvaard: Van Dale, Kramers en Weijnen maken er nog bezwaar tegen. Koenen, Verschueren en Jansonius echter beschouwen het als correct Nederlands.

d.Toneelmatig
Toneelmatig zal men wegens zijn beperkte gebruikssfeer niet vaak tegenkomen :
‘Er is altijd gezegd dat Nederlandse acteurs ... te toneelmatig
spraken.' (De Groene Amsterdammer, 18.9.71, p. 10)

Nochtans beschouwen alle woordenboeken dit woord niet alleen als ingeburgerd maar ook als correct Nederlands (slechts in de jaren '60 noemde Koenen het een germanisme; D. ‘theatermäßig’).
We constateren dus dat woordenboeken en puristen de adjectieven op -matig niet allemaal op dezelfde manier behandelen. Het feit dat ze al dan niet ingeburgerd zijn of als zodanig worden beschouwd, hangt niet af van hun frequentie: gebruikelijke adjectieven op -matig (zoals planmatig) worden nog niet algemeen aanvaard; andere, die men veel minder vaak zal tegenkomen (zoals toneelmatig) worden als correct Nederlands beschouwd. Ook het feit dat we hier met woorden te doen hebben die al een eeuw oud
zijn schijnt geen invloed te hebben op de houding van de woordenboeken: planmatig bijv. werd reeds in 1820 door Bilderdijk gebruikt (zie het WNT); ook beroep(s)matig, fabriek(s)matig en toneelmatig dateren uit de 19e eeuw.
De woordenboeken zijn het niet alleen oneens met elkaar, ze zijn het ook niet eens met zichzelf: woorden die ze 30 jaar lang als goed Nederlands beschouwen, worden opeens als germanismen gebrandmerkt. Dit doet Van Dalc bijv. met fabriekmatig: tot in 1950 maakt hij er geen bezwaar tegen, vanaf 1961 is het een germanisme.
In Koenen wordt toneelmatig tot in 1952 zonder verdere aantekening vermeld, van 1960 tot 1973 is het een germanisme en vanaf 1974 wordt het weer goed Nederlands! Men krijgt dus de indruk dat de woordenboeken niet goed weten hoe ze de adjectieven op -matig moeten behandelen.
We hebben hier te doen met een uiterst produktief type waarvan enkele exemplaren reeds in het latere Middelnederlands voorkomen: zo vindt men schriftmatig bij Coornhert, waarheidmatig bij Hooft en wetmatig bij G. Brant. In de 18c en vooral in de 19e eeuw worden de adjectieven op -matig talrijker (zie het WNT).
In het begin zijn ze heel zeker onder invloed van de Duitse equivalenten op -mäßig gevormd maar langzamerhand is de afleiding op -matig ook in het Nederlands produktief geworden, zodat niet aan elk nieuw woord dat op die manier gevormd is een Duits reukje hoeft te zitten. Sommige ervan, zoals bijv. incidentmatig, hebben trouwens geen Duitse parallelvorm.
Zoals bij alle woorden is er ook hier een komen en gaan: sommige, zoals bijv. toneelmatig, dat het WNT nog in 1913 als ‘minder gewoon of geheel onbekend’ beschouwde, zijn nu ingeburgerd; andere, zoals bijv. riddermatig, die vroeger als ingeburgerd werden beschouwd, zijn nu ofwel verdwenen ofwel helemaal verouderd.
Men kan de talrijke adjectieven op -matig dan ook in drie categorieën indelen:

1.Worden blijkbaar niet meer gebruikt:
ambt-, begrip-, beurt-, bijbel-, feest-, geschieht-, karakter-, klank-, kroniek-, natuur-, orde(r)-, rede-, ridder-, spreekwoord-, spreuk-, stand-, takt-, titel-, tucht-, tuig-, volk-, voorschrift-, waarheidsmatig;
2.Worden gebruikt maar zonder ingeburgerd te zijn:
bedrijfs-, beleids-, beroeps-, blok-, cijfer(s)-, cliché-, conflict-, drift-, dwang-, getal(s)-, gevoels-, groeps-, incident-, klasse-, model-, object-, plan-, proces-, routine-, seizoen-, serie-, sprong-, trend-, vakmatig.
Drie van deze woorden, nl. beroep(s)matig, cijfer(s)matig en planmatig zijn waarschijnlijk al op weg naar de inburgering.
3.Zijn ingeburgerd:
doel-, instinct-, kunst-, plicht-, recht-, schets-, schrift-, stelsel-, toneel-, wetmatig.
De cursief gedrukte woorden zijn nog tamelijk nieuw; men vindt ze wel in de kranten (vaker in het Noorden dan in het Zuiden) maar nog niet in de woordenboeken.
Ziehier, ter illustratie, een voorbeeld van het gebruik ervan:

beleidsmatig: ‘...omdat er allerlei vraagstukken zijn die... beleidsmatig zijn op te lossen.’ (Elseviers Magazine, 25.12.71, p. 63)
blokmatig: ‘Vrij “blokmatige” ensembles’ ( groepen van musici in een orkest) (De Groene, 29.1.72, p. 11) cijfer(s)matig: ‘Cijfermatige vergelijkingen zijn al helemaal onmogelijk.’ (Elseviers Magazine, 17.7.71, p. 29)
clichématig: ‘...welk een heldere, betekenisvolle (ik bedoel: niet clichématige) expressiviteit.’ (De Groene, 17.7.71, p. 11)
conflictmatig: ‘Wij geloven als co-assistenten ook in een conflictmatige positie te zitten.’ (De Groene, 26.2.72, p. 4) driftmatig: ‘...de ermee gepaard gaande fantasieën en driftmatige behoeften...’ (De Groene, 25.3.72, p. 10)
dwangmatig: ‘...de ... dwangmatige combinatie van parkeergarage en grootwinkelbedrijf.’ (Elseviers Magazine, 29.4.72, p. 133)
getal(s)matig: 'Deze Sovjetrussische oppositie ... is weliswaar getalsmatig beperkt...’ (De Groene, 12.2.72, p. 2)
gevoelsmatig: ‘Ze zitten gevoelsmatig aan wat uit de ouderlijke woning geërfde stoelen en tafels vast.’ (Elseviers Magazine, 25.9.71,p. 147)
groepsmatig: ‘Groepsmatige activiteiten maakten plaats voor solohandelingen.’ (Elseviers Magazine, 12.6.71, p. 109)
incidentmatig: 'De wezenlijke vraag is of je genoegen wilt nemen met een incidentmatige politiek...’ (De Groene, 19.9.72, p. 3)
klassematig: ‘...de klassematige scheidslijn...’ (De Groene, 19.2.72, p. 1)
modelmatig: ‘Een modelmatige benadering van de interactie van de wereldproblemen...’ (Elseviers Magazine, 25.3.72, p. 135)
objectmatig: ‘Elke realisering krijgt het objectmatige, afgeronde van het prototype mee.’ (De Groene) procesmatig: ‘Elias blijkt in zijn consequente streven een brug
te slaan tussen sociale en psychische factoren, en doordat hij een open oog heeft voor het procesmatige, het variabele in de verhouding tussen beide, achteraf in deze ontwikkeling te passen.’ (De Groene, 25.12.71, p. 10) routinematig: ‘...de eenvoudige, routinematige handeling.’ (Elseviers Magazine, 8.7.72, p. 64)
seizoenmatig: ‘Toen werd echter ook gezegd ... dat de huidige opleving in feite seizoenmatig is.’ (De Telegraaf, 12.10.72, p. 23)
seriematig: ‘Seriematige onderdelen zijn op een intelligente wijze tot een zeer gevarieerd geheel aan elkaar te breien.' (Elseviers Magazine, 18.11.71, p. 140)
sprongmatig, trendmatig: ‘...de heer Sicco de Jong ziet deze autorecessie niet als iets blijvends. Eerder als iets trendmatigs, gezien zijn theorie over het sprongmatige verloop van de jaarlijkse autoverkopen.’ (Elseviers Magazine, 8.1.72, p. 78)
vakmatig: ‘De docent houdt zich immers vakmatig, professioneel met wetenschap bezig.’ (De Groene, 19.2.72, p. 8).