Germanismen in het Nederlands

Dr. S. Theissen (1978)

Gepubliceerd op 11-06-2020

Afzwakken

betekenis & definitie

Volgens de meeste puristen is afzwakken een verwerpelijk germanisme (D. ‘abschwachen’) voor verzwakken. Sommige (zoals Damsteegt) onderscheiden een intransitieve betekenis (‘zwakker worden') en een transitieve betekenis (‘zwakker doen worden’). Nochtans keuren ze meestal beide betekenissen af. Van Dale houdt

echter rekening met dit verschil en veroordeelt slechts de transitieve betekenis. Koenen daarentegen vermeldt slechts de intransitieve betekenis, die hij tot aan het begin van de jaren '70 verwerpt. De meeste andere woordenboeken hebben afzwakken helemaal niet opgenomen. Afgezien van het vertaalwoordenboek Jansonius is Koenen de enige die het nu in beide betekenissen als correct Nederlands beschouwt. M.i. heeft hij gelijk want afzwakken wordt niet alleen vaak gebruikt (de transitieve betekenis komt echter vaker voor dan de intransitieve), men vindt het zelfs veel vaker dan ‘verzwakken’.

Ter illustratie een voorbeeld van elk van de twee gebruiken:

‘Ook het respekt voor neutrale internationale organisaties wordt in het Nabije Oosten ernstig afgezwakt.' (De Standaard, 12.10.72, p. 1)

‘Buiten enkele pogingen van Van Dijck en Van der Velden die naar het eind toe dan nog afzwakten viel er van doelschoten niet veel te bespeuren.’ (De Standaard, 11.10.72, p. 18)

Dit werkwoord is zo ingeburgerd, dat het reeds een substantief geproduceerd heeft, nl. afzwakking, dat echter in de woordenboeken nog niet vermeld wordt:

‘Het Centraal Planbureau verwacht een verscherpte afzwakking van de conjunctuur in ons land...’ (Elseviers Magazine, 27.2.71, p. 55).