Gepubliceerd op 21-01-2020

MARK, PIETER VAN DER

betekenis & definitie

(Oudega (Wymbr.) 1910-Sneek), lid van coll. van Ged. Staten s. 1962 tot maart 1975; lid van Prov.

Staten voor A.R.P. s. 1954 (-1975); na kweekschool onderwijzer te Beetgumermolen, van 1945-1957 werkzaam aan de Rijkslandbouwwinterschool te Sneek en s. 1958 inspecteur van het landbouwonderwijs.Hij was, o.a. via K.F.S. (omstreeks 1930) en Rie fan de Fryske Biweging (omstreeks 1958 tijdens de „Lauwerssé moat ticht”-actie), nauw betrokken bij de Friese Beweging; onder zijn leiding is een provinciale taalpolitiek van de grond gekomen. Portefeuille o.a. van onderwijs, cultuur en public relations.

< >