In aug. 1968 namen vertegenwoordigers van de Provinciale Kommisje foar de Evangeeljeforkundiging yn ’e Fryske Tael fan de Herfoarme Tsjerke yn Fryslân en van de Deputaten foar Fryske Earetsjinst fan de Partikuliere Synoades Fryslân Noard en Süd fan de Grifformearde Tsjerken het besluit om gemeenschappelijk te komen tot een Friese versie van het Liedboek voor de kerken. In een later stadium kwamen hier ook nog vertegenwoordigers van de Friese Doopsgezinde Sociëteit bij en werd de Yntertsjerklike Kommisje foar it Lieteboek gevormd.
Pogingen om een groot aantal Fr. dichters voor dit werk te interesseren hadden weinig resultaat, zodat uiteindelijk het werk werd verricht door Gerben Brouwer, Bernard Smilde en Douwe Tamminga. Voor een deel van de Gezangen kon de bestaande vertaling van Fedde Schurer van de Hervormde gezangenbundel worden benut. Waar enigszins mogelijk, werd vertaald van de oorspronkelijke taal uit. In enkele gevallen leidde dat tot een resultaat dat dichter bij het oorspronkelijke staat dan de Ned. versie. Ook voor vele psalmen bleek een nieuwe berijming noodzakelijk. Uiteindelijk zal het aandeel der verschillende dichters in het nieuwe Liedboek als volgt zijn: 35 psalmen en 140 gezangen van Gerben Brouwer; 25 psalmen en 70 gezangen van Fedde Schurer, 65 psalmen en 140 gezangen van Bernard Smilde en 25 psalmen en 140 gezangen van Douwe A. Tamminga.
Als voorproef van het Liedboek verschenen: Praeludium van Gerben Brouwer (Baarn 1972); Dagen fan Heil van Douwe A. Tamminga (Baarn 1973), terwijl Bernard Smilde 120 teksten van beide voorgaande dichters en zichzelf publiceerde in een artikelenreeks in het Friesch Dagblad onder de titel „Lof fan alle tiden” (1969-1971).
Aan de uitgave van het complete Liedboek (met muziek) wordt gewerkt.