(Letterlijk: onderbouw). Men kan onderscheiden: militaire, economische en sociale infrastructuur.
De laatste twee betekenissen komen aan de orde in deze Encyclopedie.De economische infrastructuur kan nader worden onderverdeeld in materiële, institutionele en personele infrastructuur. De materiële omvat alle vaste installaties op het gebied van telecommunicatie en energie en alle wegen, dijken, kanalen en kunstwerken op de gebieden verkeer en waterhuishouding. Tot de institutionele kan worden gerekend alle instellingen, wetten en normen, waarbinnen zich het economisch proces afspeelt. De personele infrastructuur is hier de geschooldheidsgraad van de bevolking. De sociale infrastructuur (ook wel de consumptieve) omvat alle vaste apparatuur op de gebieden bestuur, onderwijs, gezondheidszorg (gebouwen, scholen, ziekenhuizen e.d.).
Met name door stimuleringsmaatregelen van de rijks- en provinciale overheid is de economische infrastructuur, en in aansluiting daarop de sociale infrastructuur, in Friesland tussen 1954 en 1974 sterk verbeterd.
