(Fr. Frentsjer) Gemeente en stad in
N.W. Friesland, centrum van ontvolkend plattelandsgebied, toch langzaam groeiend. Opp. 17,40 km2. Wapen: Van lazuur, beladen met een gouden klok, het schild gedekt met een kroon en vastgehouden door twee vrouwenbeelden, verbeeldende de godin Ceres, alles van goud (zie Wapen). De vlag is rechthoekig verdeeld in vier even hoge banen in de kleuren geel-blauw-geel-blauw.
Economie Franeker is vanouds een detail- en groothandelscentrum, met sterke banden met de overwegend agrarische omgeving. In 1960 was 8,1 % van de bevolking werkzaam in de landbouw, 34,0% in industrie en ambacht en 57,9 % in overige bedrijfstakken. Hoewel niet aangewezen als industriekern, heeft Franeker een industriële ontw. doorgemaakt. Bedrijvigheid o.m. in de sectoren: bouw, scheepsbouw, roggebrood, aardewerk, suikerwerk, vruchtenconfijterij, margarine, metaalwaren, exportslachterij, glasprodukten, houtprodukten. Belangrijk is de dienstenverlening t.b.v. agrariërs rond Franeker: handel (kunstmest, veevoeder), export- en sorteerinrichtingen, loonbedrijven. Een naar verhouding groot deel van het arbeidsaanbod wordt geleverd door sociaal-medische voorzieningen, w.o. psychiatrische inrichting, rust- en bejaardentehuizen.
Het toerisme is in belang en omvang toegenomen. Onderwijs, sport, cultuur, monumenten Scholen voor Mavo, lager landbouwonderwijs, BLO. Bekend in Nederland is de A. M. van Schurmanscholengemeenschap (MAVO en LBO), bedoeld als een soort middenschoolexperiment.
Franeker is bekend als het kaatsmekka van Frl. Hier vindt elk jaar op het Sternse Slotland (Sjûkelan) de PC plaats, de belangrijkste wedstrijd van het Fr. kaatsseizoen. In Franeker ’s zomers ook stratenkaatsen. Het kaatsmuseum in het Coopmanshûs geeft een overzicht van de Fr. kaatshistorie. Naast het kaatsen worden andere sporten zoals voetbal drukker beoefend. In Franeker het openluchtbad Westergo. Verder o.m. tennisbanen.
Het aantal culturele voorzieningen is in verhouding groot. Het museum ’t Coopmanshûs verkreeg onder het beheer van T. Mercuur internationale bekendheid door belangrijke wisselende exposities. In de jaren ’70 werd hier opnieuw aandacht besteed aan de gebrs. Rinzema, de Drachtster Dadaïsten. Ook werd er de inspraakgedachte op bijzondere wijze in de praktijk gebracht (z. ’t Coopmanshûs).
Behalve moderne kunst in ’t Coopmanshûs ook historische collecties (w.o. kaatsmuseum, zie aldaar). Wereldberoemd is het Planetarium van Eise Eisinga, vervaardigd in 1774-1781. In het gerestaureerde en als bank in gebruik genomen Cammingahuis is op de bovenverdieping sinds 1972 het Friese Munt- en Penningkabinet ingericht. Moderne kunst wordt geëxposeerd in de galerie Modula. Theater, jeugdcentrum.
Terwijl Franeker door uitbreiding in O. en N.O. richting en door wegenbouw (rondweg) het vroegere aanzicht grotendeels heeft verloren, is de stadskern met vele gerestaureerde monumenten aantrekkelijk gebleven. Van de vele bezienswaardigheden kunnen genoemd worden: Herv. Martinikerk, een driebeukige pseudobasiliek (begin 15e eeuw), met gotische koorbanken, een groot aantal gave grafzerken (16e tot 18e eeuw) en muurschilderingen (15e eeuw — heiligenfiguren). Stadhuis (renaissance) met goudleren behang. Martenahuis (gemeentehuis Franekeradeel), voorm. stins (1498). De 14e-16e eeuwse stins Cammingahuis werd gerestaureerd en betrokken door de Friesland Bank.
Voorts tal van gevels, w.o. die van de professorhuizen. Koren- of zakkendragershuisje (1634). De Bogt fen Guné is de oude studentenherberg, nog steeds in ere gehouden door Fr. studenten die er in Franeker jaarlijks hun Krystkongres houden.
De naar het uitbreidingsplan Franeker-Oost overgebrachte spinnekop (ca. 1835) met wieken van bijzondere vorm (symmetrisch) heeft een nieuwe landschappelijke functie gekregen. In Franeker de ontluisterde monnikmolen met stelling De Haan (1892).
Politiek en kerkelijk leven Zowel de PvdA als de Chr. partijen verloren enig terrein. Bij de statenverkiezingen ging dit vooral ten gunste van de FNP, die in 1974 7,3 % der stemmen behaalde, plaatselijk nog meer t.g.v. de plaatselijke groepering Franeker Belang, die in 1974 3 raadszetels veroverde. De raad was na 1954 als volgt samengesteld: 3 ARP, 2 CHU, 2 KVP, 5 PvdA, 1 VVD. Na 1974: 7 Gec. Chr. Partijen, 5 PvdA, 3 Franeker Belang.
(zie ook Verkiezingen).
De ontkerkelijking was gering. Het percentage „geen kerk. gezindte” steeg tussen 1960 en 1971 van 28,5 tot 31,5. Dit ging ten koste van NH, met in 1971 25,5 % (1960 30,1 %); Gereformeerd was 21,5 % (21,2), R.K. 12,5 % (13,3). Verder o.m. Doopsgezinden.
Ieder jaar worden in de derde week van september de Agrarische dagen gehouden, waarin de band tussen stad en omringend platteland wordt uitgedrukt. In discussies in de jaren ’70 over de vestiging van een nieuwe universiteit in Frl. is door een groep personen actie gevoerd voor een universiteit, onder het motto Franeker Academiestad (1974).
Bevolking: Het inwonertal is gestaag gegroeid:
(1954) 9083; (1959) 9283; (1964) 9491; (1969) 9551;
(1973) 10.129.
Burgemeesters: J. Dijkstra, Mr. I. J. H. Pop (s. mei 1975).
Zie ook Frjentsjerter Akademypriis.
Lit.: L. Vlasma, De Noord-Westhoek van Friesland (1963); Franeker, Stad in steigers (1973); Corn. S. Roersma, Franeker in vertellingen (1974); idem, Kent u ze nog ... de Franekers (1974).