Gepubliceerd op 21-01-2020

DAMBOND, PROV. FRIESE

betekenis & definitie

Opgericht 7-1-1928. Doel: verbreiding en popularisering van de damsport op het 100-ruitige bord, het zgn. internationale bord; vormt een onderafdeling van de Koninklijke Nederlandse Dambond.

Sinds de oprichting groeide het aantal aangesloten verenigingen in Friesland tot ca. 20 in 1953. Vanaf 1953 traden veel damclubs toe, omdat toen de KNDB voor Frl. een gunstige contributieregeling had ingesteld.

In 1970 bedroeg het aantal aangesloten verenigingen 45; sedertdien heeft de gunstige ontwikkeling zich in versneld tempo voortgezet. Gedurende het seizoen 1973/74 waren 59 verenigingen met in totaal 1242 leden bij de Prov.

Friese Dambond aangesloten. Een bijzonder probleem in Frl. vormen de financiën.

Honderden dammers zijn uit gemeenschapszin lid van plaatselijke damverenigingen, zonder zich in hart en nieren dammer te voelen; daarom wordt de contributieafdracht aan de KNDB als een bezwaar gevoeld. Om aan deze bezwaren tegemoet te komen en omdat in Nederland procentueel verreweg de meeste dammers in Frl. wonen, geniet de bond enkele financiële privileges.

Van de bestuursleden zijn H. de Boer, R. Bergsma en R.

Scheper het langst als bestuurslid actief, nl. resp. 46, 20 en 26 jaar.

Van de jongere bestuursleden maakt A.

F. Schotanus tevens deel uit van het hoofdbestuur van de KNDB.Zie ook Dammen.

< >