Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Roger bacon

betekenis & definitie

beroemde engelsche monnik, bijgenaamd “Doctor mirabilis” wegens zijne bewondering verdienende kunde, geb. 1214 te Ilchester in Somerset, gest. te Oxford 1292 of 1294, trad, na te Oxford en te Parijs gestudeerd te hebben,in de orde der Franciscanen, vestigde zich te Oxford, en legde zich met ijver toe op de beoefening van alle in zijnen tijd bekende wetenschappen, inzonderheid op de natuurkunde, en was al spoedig in kennis verre zijne eeuw vooruit . Eentge zijner geestelijke broeders, misschien naijverig op zijne verdiensten, en bovendien tegen hem verbitterd omdat hij hunne losbandige zeden had gelaakt, beschuldigden hem van tooverij, ofschoon hij zelf tegen de tooverkunst geschreven had ; hij werd tot gevangenisstraf veroordeeld, en sleet het grootste gedeelte van zijn lang leven inden kerker. Bij de troonsbeklimming van paus Clemens V, die hem zeer toegenegen was, herkreeg hij zijne vrijheid; doch na den dood van dien verlichten paus stond hij onder Nicolaas III aan nieuwe vervolgingen bloot en werd in het klooster der Franciscanen te Parijs opgesloten, waar men hem tien jaren gevangen hield.

Slechts weinige jaren vóór zijn dood, nadat paus Nicolaas IV gestorven was, verliet hij dezen kerker. Hij was de uitvinder van de vergrootglazen; ook van den telescoop, van do luchtpomp en van eene ontbrandbare, metphosphorus overeenkomende zelfstandigheid; zelfs wil men, dat reeds hij het buskruid uitgevonden had; men vindt ten minste plaatsen in zijne werken, waar deze verschillende uitvindingen vrij naauwkeurig beschreven worden. Sedert 1267 stelde hij de verbetering van den kalendervoor. Zijne grootste verdienste is, dat hij van de zuiver bespiegelende methode afgezien en met woord en eigen voorbeeld geijverd heeft voor het raadplegen van de ondervinding. Hij was intusschen niet geheel en al vrij van de dwalingen van zijn tijd: hij geloofde aan de goudmakerij en sterrewigchelarij. B. heeft over bijna alle vakken van wetenschap geschriften nagelaten. Zijn voornaamste werk is : Opus majus (uitgeg. door Samuel Jebb, Londen 1733, in fol.), door hem opgedragen aan paus Clemens IV, en waarin hij zijn geheele leerstelsel zamenvatte; twee omwerkingen, doorhem daarvan gemaakt onder de namen van Opus minus en Opus lertivm, zijn in manuscript gebleven.