geb uit behoeftige ouders 10 Nov. 1807 te Keulen, schreef 1835 te Leipzig, waar hij hij de tooneeldirectie geplaatst was, een tooneelspel Die Befreiung van Kandia, gaf met Herloszsohn en Marggraf het Theaterlexikon uit (7 dln. Altenburg en Leipzig 1839 - 42), bezat een groot talent als redenaar, en trad als zoodanig onder de liberalen al spoedig op den voorgrond; nam werkdadig deel aan de gebeurtenissen van Augustus 1845 te Leipzig, werd tot lid van den stedelijken raad gekozen, liet 1857 zijne betrekking aan het tooneel varen,en vestigde zich te Leipzig als boekhandelaar; in 1848was hij de ziel der democratische beweging in Saksen, werd echter spoedig tot lid van het frankforter parlement gekozen, en was daar een der leiders van de linkerzijde.
Bij de October-gebeurtenissen te Weenen snelde hij derwaarts, nam er deel aan den strijd, werd, in weerwil van zijne onschendbaarheid als rijksafgevaardigde, 4 Nov. in hechtenis genomen, 4 dagen later tot den kogel veroordeeld, en den volgenden dag (9 Nov. 1848) in de Brigittenau doodgeschoten.
