lalijnsch taalgeleerde uit Cesarea (vandaar zijn bijnaam Ciesariensis) leeraarde in de 6e eeuw (525) te Constantinopel. Beroemd zijn P.’s Inslitutiones grammatica of Commenlarü grammatici, zijnde het degelijkste werk, dat over de latijnsche taai bestaat: beste ediliën die van Krchl (2 dln.
Leipzig 1819—20) en die van Hertz (2 dln.Leipzig 1855—59).