Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Pieter philip van bosse

betekenis & definitie

geb. 16 Dec. 1809 te Amsterdam, studeerde de regten aldaar, werd toen bij het ministerie van financiën aangesteld en 1848 tot minister van dat dept. benoemd, trad 1853 af, om 1858 andermaal minister van fin. te worden tot 1860. Beide de keeren na zijne aftreding werd v.

B. tot volksvertegenwoordiger gekozen, en is op financieel gebied een onzer voornaamste specialiteiten.

< >