(sir), engelsch generaal, geb. 1761 te Glasgow, trad op zijn 15e jaar in dienst als vaandrig bij de infanterie, diende in Amerika, en werd na den vrede van 1783 ontslagen. Opnieuw in dienst getreden 1788, maakte hij 1794 den krijgstocht tegen Corsica mede, ontving 1796 bevel eene brigade over te brengen naar de West-Indiên aan sir Ralph Abercromby, die hem het bewind over St.-Lucie opdroeg; doch wegens de ongezondheid van dat eiland moest M. reeds 1797 naar Engeland terugkeeren.
Nu werd hij naar Ierland gezonden, waar zijne wapenfeiten hem de bevordering tot generaalmajoor verschaften. In 1799 streed hij in Holland. Onder sir Ralph Abercromby maakte bij 1800 den krijgstocht naar Egypte mede, en werd bij z(jn terugkeer benoemd tot ridder der Bath-orde. In 1808 werd hij als opperbevelhebber van 10,000 man hulptroepen naar Zweden gezonden, om den koning van dat rijk bij te staan tegen de Russen, Denen en Franschen; doch zich over den zweedschen koning te beklagen hebbende, keerde hij met zijn legerkorps naar Engeland terug, en werd nu als opperbevelhebber der engelsche troepen naar Portugal gezonden, rukte in Spanje voorwaarts tot bij Burgos, doch kon zich niet met de overige korpsen zijner armee tot een geheel vereenigen, zoodat hij met versnelde marschen naar Coruna trok, om zich weder in te schepen. Er was echter voor die inscheping niets in gereedheid; de Franschen overvielen hem, en in den bloedigen slag van Coruna (16 Jan. 1809) sneuvelde hij.