nederl. dichter, taalgeleerde en wijsgeer, geb. 1 Jan. 1764 nabij Amsterdam; sedert 1793 advocaat te Amsterdam, werd 1817 als hoogleeraar te Luik aangesteld, moest echter bij de omwenteling 1830 naar Holland vluchten, leefde sedert dien tijd ambteloos te Amsterdam, waar hij 16 Sept. 1845 stierf. Van zijne vele verdienstelijke werken noemen wij slechts Beoordeeling van Mr.
W. Bilderdijk's Nederlandsche Spraakleer, (Amst. 1829), en het door K. in het Fransch geschreven en eerst na zijnen dood in het licht verschenen wijsgeerige werk: Le dualisme de la raison humaine (2 dln. Amst. 1850—52).