Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

George czuozor

betekenis & definitie

hongaarsch dichter en letterkundige, geb. 17 Dec. 1800 te Andod in het comitaat Neutra, ging 1824 in de orde der Benedictijnen, was van 1825 tot 1835 werkzaam als professor aan de gymnasién van Raab en Komorn. Door de verzen, welke hij inmiddels in het licht gaf, vestigde hij de aandacht op zich, en 1835 werd hij gekozen tot onder-secretaris aan het archief der hongaarsche akademie, en vestigde zich te Pesth.

Doch de geestelijkheid vond het ongepast, dat een monnik poëtiseerde over liefde en dergelijken, en C. werd genoodzaakt zich weder aan het kloosterleven te onderwerpen. Eerst in 1842 verkreeg hij volkomene vrijheid om zijne pennevruebten door den druk openbaar te maken, en in 1844 werd hem de taak opgedragen om een groot nationaal hongaarsch woordenboek zamen te stellen. Dit was tot de letter J voltooid, toen C. in den opstand van 1848 als verklaard aanhanger van Kossuth optrad; in Jon. 1849 liet Windischgratz hem in hechtenis nemen; slechts met moeite verkreeg C. vergunning om in zijne gevangenschap aan het woordenboek voort te werken. Na de inname van Buda werd hij door de overwinnende Hongaren op vrije voeten gesteld; doch hij stelde zich vrijwillig op nieuw in handen der Oostenrijkers, werd eerst naar Pesth en vervolgens naar Kufstein overgebragl; en eerst dooide 1850 aan de Hongaren verleende amnestie herkreeg C. zijne vrijheid. Zijn hongaarsch woordenboek is geheel door hem voltooid.

< >