professor der geneeskunde aan de universiteit te Halle, geb. aldaar 19 Febr. 1660, gest. 12 Nov. 1742, maakte zich in het vak dergeneeskunde zeer verdienstelijk door het probeeren van belangrijke geneesmiddelen, door het onderzoeken van het mineraalwater, en door eenige nog tegenwoordig gebruikt wordende preparaten, zooals het Elixirium viscerale (Hoffmann's maagdroppels), en Spiritus sulphurico-aithereus (Hoffmann's droppels). Van minder waarde was zijn stelsel, waarin hij half tot de Patromathematici, half tot de Vitalisten behoorde.
Van zijne werken (bijeen 11 dln. in fol. Geneve 1740—53) zijn de voornaamste Systema medicinte rationalis methodo demonstrativa en Medicina consultatoria.