Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Franciscanen

betekenis & definitie

of, zooals ze uit nederigheid zich zelven noemden, Fratres minores, d. i. Minderbroeders (Minorieten), ook Seraphische broeders, en naar hunne kleeding ook wel Grijze broeders (duitsch Graue Brüder) genoemd, en ook bekend onder den naam van Barrevoeters, beroemde monnik-orde, in 1208 gesticht door Franciscus van Assisi, te Porticella bij Napels. 11e F. droegen eene grijze pij, met een lederen gordelriem; zij deden gelofte van armoede, en deden afstand van alle genietingen des levens.

Men rangschikte hen onder de bedel-orden. Zij hadden de bevoegdheid, om in hunne kerken biecht te hooren en te prediken. Deze orde, begunstigd en beschermd door de pausen, aan wie de F. de blindste gehoorzaamheid bewezen, verbreidde zich over geheel Europa, en telde al spoedig duizenden kloosters, die rijk gemaakt werden door de milddadigheid der geloovigen. Maar ook door geleerdheid blonk de orde der F. uit, en verscheidene beroemde mannen droegen de grijze pij, o. a. de heilige Bonaventura, Roger Bacon, Alexandre de Hales, Duns Scotus zijn zoo vele namen, die der orde lot sieraad strekken; ook behoorden tot deze orde de pausen Nicolaas IV, Alexander V, Sixtus IV, Sixtus V en Clemens IV. Vooral was de invloed der F. ook op den loop der wereldgebeurtenissen groot, doordien zij schier overal de gewichtige betrekking bekleedden van biechtvaders der vorsten, en zulks tot in de 16e eeuw, toen ze als zoodanig verdrongen werden door de Jezuïeten. Als tegenstanders der F. ontmoeten wij de nagenoeg gelijktijdig met hen ontstane orde der Dominicanen. Intusschen ontbrak het ook niet aan leden van de orde der F. zelve, die in den staatkundigen luister en invloed hunner orde eene afwijking zagen van den oorspronkelijken strengen regel, zoodat zich al spoedig afzonderlijke broederschappen in de orde der F. begonnen te vormen, onder den naam van Spiritualen of Zelatoren, later genaamd Observanten of Minderbroeders van de Observantie, in tegenstelling van de Conventualen. De Observanten splitsten zich weder in reguliere, strenge en strengste Observanten. De reguliere Observanten heeten in Frankrijk, naar hun gordelkoord met knoopen, Cordeliers; in Italië en Zwitserland, alsook in Amerika, heeten ze Soccolanten, d. i. Sandalendragers, of ook Observantijnen. Strenge Observanten zijn de Barrevoeters in Spanje, Portugal en Amerika, de Reformati (d. i. Verbeterden), de Collettanen en Collettanerinnen in Italië, en de Recollecten (d. i. Ingetogenen) in Frankrijk. Strengste Observanten zijn de Alcantarijnen (aldus genaamd naar Petrus van Alcantara) in Spanje en Italië. Een afzonderlijke tak van deze laatste F. zijn de Capucijnen, in 1528 in het aanzijn geroepen door Mattheus van Bassi; zij dragen eene lange, spits toeloopende kap en een langen baard. De kleeding der overige F. bestaat in eene donkerbruine (somwijlen ook grijze) pij, toegebonden om hun middel met een gordelkoord, waaraan een geeseltouw met knoopen hangt, wijders eene ronde korte kap en sandalen. Behalve deze mannelijke leden, telt de orde der F. reeds sedert 1212 ook vrouwelijke leden, Clarissen genaamd, naar de heilige Clara, die deze orde heeft ingesteld. Bij deze twee takken van de orde der F", kwam 1221 nog een derde, de Tertiariën, die zich niet van de wereld afzonderen, maar in het maatschappelijk verkeer blijven; uit dezen tak ontstonden de Bagijnen of Fraticeili, en de Picpusen (aldus genoemd naar het klooster van Picpus, bij Parijs, waar ze zich vestigden).De nonnen, die den regel van St. Franciscus volgen, kunnen ingedeeld worden in drie takken:

1° de Urbanisten, ingesteld in 1260 te Longchamps bij Parijs door de heilige Izabella, en bevestigd door paus Urbanus II;
2° de Capucijner nonnen; en
3° de Clarissen of Barrevoeter nonnen.

De geheele orde der F. telde in de 18e eeuw omstreeks 120,000 monniken en 30,000 nonnen, verspreid in circa 9000 kloosters; die cijfers werden met ongeveer ⅔ verminderd, en dus tot een derde ingekrompen, door de groote fransche omwenteling. Tegenwoordig vindt men leden van de orde der F. in Portugal, Spanje, Frankrijk, Italië, Zwitserland, Oostenrijk, Beieren, alsook in Amerika en in de europ. koloniën.