(Jacques Henri de Durfort, hertog van), maarschalk van Frankrijk, gesproten uit een der oudste familiën in Guyenne, geb. 1626, gest. 1704, diende eerst onder Turenne, zijn oom van moederszijde, en onder dengrooten Condé; hij onderscheidde zich bij Mariendal, en bij Nordlingen; in 1651 diende hij de partij van Condé, die toen in opstand was; 1657 keerde hij met den rang van luitenant-generaal in 's konings dienst terug; hij had een groot deel aan de verovering der Franche-Comté, werd door bodewijk XIV benoemd tot gouverneur van die provincie, en tot maarschalk (1675).
(Gui Aldonce de Durfort van), die ook maarschalk was, is meer bekend onder den naam van hertog van Lorges (zie LORGES).
(J. B. de Durfort, hertog van), zoon van Jacques Henri, geb. 1684, gest. 1770, onderscheidde zich in Duitscbland, Vlaanderen en Spanje, werd 1720 luitenant-generaal en kotumaudant van Guyenne, bevond zich bij het beleg van Kehl (1733) en bij dat van Philipsburg, bemachtigde Worms (1734), en werd 1741 maarschalk.
(Mademoiselle de), zuster van maarschalk Jacques Henri, was staatdame van de hertogin van Orleans, en werd 1678 door Bossuet overgehaald, om van de protestanlsche Kerk over te gaan tot de roomschkatholieke; de conférences, die deze geloofs-verandering bewerkt hadden, hebben eene groote vermaardheid erlangd.
