(of Nicolaas Gabrino, genaamd), romeinscb tribuun, zoon van eenen armen kroeghouder, geb. omstr. 1310 na Chr. ontving eene uitmuntende opvoeding, won ais apostolisch notaris de achting en liefde des volks, en werd als woordvoerder aan het gezantschap toegevoegd, dat afgevaardigd werd naar Avignon om Clemens VI te bewegen zijne residentie weder te Rome te vestigen. Als volkstribuun uitgeroepen 20 Mei 1347, proclameerde hij eene nieuwe staatsregeling, verdreef de baronnen, liet de bandieten ter dood brengen, en oefende te Rome eene dictatoriale macht uil.
Hij had het reusachtigp -plan gevormd, om van geheel Italië ééne republiek te maken, waarvan Rome het middelpunt zou zijn. Perugia en Arezzo onderwierpen zich aan hem, en meer andere steden waren bereid om dat voorbeeld te volgen. Intusschen kwam de plaltelands-adel tegen Rome oprukken met aanzienlijke gewapende benden, die wel aanvankelijk afgeslagen werden, doch die reeds spoedig den aanval bervatteden. De bevolking van Rome, reeds afkeerig van den dictator, die de gemoederen tegen zich gestemd had door zijne aanmatiging en dwingelandij, weigerde thans de wapenen op te vatten; zoodat R. eerst de wijk nam in het kasteel San-Angelo, en vervolgens de vlucht nam (1348) naar Praag, bij keizer Karel IV. Deze leverde hem over aan Clemens VI, die R. ter dood meende te laten brengen, doch zelf stierf (1352). Zijn opvolger Innocentius VI kwam op den inval, om zijn gezag in den Kerkdijken Staat te herstellen door de welsprekendheid van den voormaligen volkstribuun, en benoemde R. dus tot senator van Rome onder de leiding van zijnen legaat kardinaal Albornoz. Met geestdrift werd R. te Rome ontvangen (1354), kenmerkte zijn tweede bewind door eene verstandige geestkracht, en liet den beruchten roover Monlreal onthoofden, die met eene bende van 20 a 30 duizend man geheel Italië onveilig maakte; doch het duurde niet lang of R. verbitterde de gemoederen opnieuw tegen zich, zoodat het volk legen hem in openbaren opstand kwam (8 Oct. 1354), bij welke gelegenheid hij door het gepeupel vermoord werd. Zeer bevriend was R. met Pelrarca. De lotgevallen van R. vormen het onderwerp eener opera van Richard VVagner.