(sir), britsch admiraal, geb. 6 Maart 1786 te Falkirk, deed uitstekende diensten in Spanje en tegen Noord-Amerika, kommandeerde 1840—41 onder Slopford de Middellandschzeevloot, en bestuurde vervolgens de operalién aan de Syrische kust. In 1846 lot schout-bij-nacht en 1853 tot vice-admiraal verheven, werd hij 1854 opperbevelhebber der britsche Oostzee-vloot, waarmede hij sedert 28 Mei al de rnssische kusten en havens blokeerde; en na zich met de fransebe vloot vereenigd te hebben (13 Juni) bemachtigde hij o. a. de vesting Bomarsund (21 Juni) en bezette vervolgens (begin van Aug. 1854) de Alands-eilanden.
In Sept. wegens geschillen met het ministerie teruggeroepen, hield hij verblijf te Londen, was als lid van het parlement werkzaam, werd 185S admiraal der Blauwe vlag, en stierf 6 Nov. 1860 op MerchislonHall in het graafschap Hants.