magistraat, geb. 1753 te St.-Truien in België, gest. 1823, was professor der rechtsgeleerdheid te Leuven. Toen zijn vaderland met Frankrijk vereenigd werd bekleedde hij verscheidene gewichtige ambten, en werd de opvolger van Merlin van Douai als minister van justitie.
Na 18 Brumaire tol senateur benoemd, verklaarde hij zich tegen de verheffing van Bonaparte, en weigerde zijne stem aan de oprichting van den keizerstroon. In 1814 stelde hij de acte op, waarbij keizer Napoleon van den troon vervallen verklaard werd. In 1819 werd hij tot afgevaardigde gekozen. Hij schonk eene legaat van 12,000 francs voor een gesticht ter verzorging van protestantsche blinden.