uitstekend engelsch staatsman en een der grootste redenaars, geb. 24 Jan. 1748, was een zoon van Henry Fox (den eersten lord Holland). Reeds in 1768 lid van het Lagerhuis, behoorde F. aanvankelijk tot de ministeriëele partij: hij werd lord der admiraliteit, en 1772 lord der schatkist; in 1774 ging hij over tot de oppositie, en verloor dus zijn ambt.
Groote vermaardheid verwierf hij in de verdediging van de noord-amerikaansche koloniën, en nam 1782 zitting in het ministerie Rockingham, wierp het spoedig daarop gevolgde ministerie omver, en bekleedde 1783 op nieuw, gedurende een korten tijd, eenen ministerieelen zetel (buitenlandsche zaken), sloot het vredesverdrag met Amerika eu Frankrijk, doch leed eene nederlaag in het Hoogerhuis, en nam toen zijn ontslag. Sedert 1784 weder opgetreden in de voorste gelederen der oppositie, was hij een der voornaamste kampioenen voor het moderne liberalismus, waarover eene scheuring ontstond onder de whigs, totdat F. bijna geheel aileen stond; 1797 trad hij van het staatstooneel af, en ging stil leven op zijn buitenverblijf St.-Ann’s-Hill. Na den dood van Pitt werd F.op nieuw in het ministerie geroepen (Jan. 1806), doch stierf reeds acht maanden later (13 Sept.). Men heeft van hem A history of the early part of the reign of James ll (Londen 1808). Zijne Speeches verschenen in 6 dln. (Londen 1815).