Geographisch- historisch woordenboek

Servaas de Bruin, D. Noothoven van Goor (1869)

Gepubliceerd op 21-10-2021

Berg (landschap)

betekenis & definitie

eertijds graafschap, daarna hertogdom, is een landschap, dat uit gedeelten bestaat van de pruis. regerings-districtenArnsberg,Keulen en Dusseldorf; het grenst ten N. aan (lieve, ten O. aan de Mark en Westfalen, ten Z. aan het Westerwald, ten W. aan den Rijn. In de 11e eeuw komt B. als een graafschap voor, dat geregeerd werd door eigene graven uit het geslacht van Teisterband.

Toen de mannelijke linie der graven van B. uitgestorven was, kwam het 1219 aan Limburg, en in 1248 aan Wilhelm I van Oulik, door zijn huwelijk met Margareta, dochter van den elfden graaf, Adolf VIL In 1389 werd B. door keizer Wenceslaus tot een zelfstandig hertogdom verheven, en 1423 werd hertog Adolf van B. tevens hertog van (ïulik, en van toen af heeft B. in de lotgevallen van Gulik gedeeld. Na het uitsterven van het huis GulikBerg, werd. R. onder toezigt der Nederlanden geregeerd door Palts-Neuburg en Brandenburg (1609 —24), doch kwam vervolgens aan Palts-Neuburg alleen; toen deze linie uitgestorven was, kwam het bewind 1742 aan het huis Sultzbach, en 1799 aan Maximiliaan Jozef van Palts-Tweebruggen. In 1806 aan Frankrijk afgestaan, voegde Napoleon er eenig grondgebied bij, en verhief het ten behoeve van zijnen zwager Murat tot een groothertogdom B.; en toen Murat koning van Napels werd, kwam B. 1809 aan Lodewijk Napoleon, den oudsten zoon van koning Lodewijk van Holland. In 1812 werd B. door de Geallieerden bezet, en 1815 afgestaan aan Pruisen.

< >